Responsive image

Deel IV DOELTREFFENDE UITVOERING

Download de app voor meer functionaliteit.

Deel IV DOELTREFFENDE UITVOERING

Op grond van artikel 8bis quater voeren de lidstaten voorschriften en administratieve procedures in met het oog op de doeltreffende uitvoering en naleving van de due diligence-procedures en de rapportageverplichtingen die zijn beschreven in de delen II en III van deze bijlage.

A. Voorschriften om de verzamelings- en verificatievereisten van deel II te handhaven

1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om de rapporterende platformexploitanten te verplichten de verzamelings- en verificatievereisten van deel II te handhaven bij hun verkopers.

2. Indien een verkoper de volgens deel II vereiste inlichtingen niet verstrekt na twee aanmaningen volgend op het initiële verzoek van de rapporterende platformexploitant, maar niet voordat 60 dagen zijn verstreken, sluit de rapporterende platformexploitant de account van die verkoper af, verhindert hij dat de verkoper zich opnieuw op het platform registreert of houdt hij de betaling van de tegenprestatie aan de verkoper in zolang de verkoper de vereiste inlichtingen niet heeft verstrekt.

B. Voorschriften voor de rapporterende platformexploitanten om registers bij te houden van de stappen die zijn ondernomen en van eventuele inlichtingen die zijn gebruikt voor de uitvoering van de due diligence-procedures en rapportageverplichtingen, alsook adequate maatregelen om die registers te verkrijgen

1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om de rapporterende platformexploitanten te verplichten registers bij te houden van de stappen die zijn ondernomen en van eventuele inlichtingen die zijn gebruikt voor de uitvoering van de in de delen II en III beschreven due diligence-procedures en rapportageverplichtingen. Die registers worden een voldoende lange tijd bewaard en in elk geval voor een periode van ten minste vijf en ten hoogste tien jaar volgend op het einde van de rapportageperiode waarop zij betrekking hebben.

2. De lidstaten treffen de nodige maatregelen, met inbegrip van de mogelijkheid om rapporterende platformexploitanten een verplichting tot rapportage op te leggen, om ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke inlichtingen worden gerapporteerd aan de bevoegde autoriteit zodat deze de verplichting om inlichtingen te verstrekken overeenkomstig artikel 8bis quater, lid 2, kan naleven.

C. Administratieve procedures voor de verificatie van de naleving door de rapporterende platformexploitanten van de due diligence-procedures en rapportageverplichtingen

De lidstaten stellen administratieve procedures vast om te verifiëren of de rapporterende platformexploitanten de in de delen II en III beschreven due diligence-procedures en rapportageverplichtingen naleven.

D. Administratieve procedures voor de vervolgcontrole van een rapporterende platformexploitant die onvolledige of onnauwkeurige inlichtingen rapporteert

De lidstaten stellen procedures vast voor de vervolgcontrole van rapporterende platformexploitanten die onvolledige of onnauwkeurige inlichtingen rapporteren.

E. Administratieve procedure voor de keuze van een enkele lidstaat voor rapportage

Indien een rapporterende platformexploitant in de zin van deel I, onderdeel A, punt 4, onder a), in meer dan een lidstaat voldoet aan een van de daarin genoemde voorwaarden, kiest hij een van die lidstaten uit om aan zijn rapportageverplichtingen op grond van deel III te voldoen. De rapporterende platformexploitant stelt alle bevoegde autoriteiten van die lidstaten in kennis van zijn keuze.

F. Administratieve procedure voor unieke registratie van een rapporterende platformexploitant

1. Een rapporterende platformexploitant in de zin van deze bijlage, deel I, onderdeel A, punt 4, onder b), registreert zich op grond van artikel 8bis quater, lid 4, bij de bevoegde autoriteit van om het even welke lidstaat bij de aanvang van zijn activiteit als platformexploitant.

2. De rapporterende platformexploitant verstrekt de lidstaat van unieke registratie de volgende inlichtingen:

a) naam;

b) postadres;

c) elektronische adressen, met inbegrip van websites;

d) eventuele TIN toegekend aan de rapporterende platformexploitant;

e) een verklaring met informatie over de identificatie van die rapporterende platformexploitant voor btw-doeleinden binnen de Unie, op grond van titel XII, hoofdstuk 6, afdelingen 2 en 3, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad ( 8 );

f) de lidstaten waarvan de te rapporteren verkopers ingezetenen zijn in de zin van deel II, onderdeel D.

3. De rapporterende platformexploitant stelt de lidstaat van unieke registratie in kennis van alle wijzigingen van de inlichtingen die in het kader van onderdeel F, punt 2, zijn verstrekt.

4. De lidstaat van unieke registratie kent een individueel identificatienummer toe aan de rapporterende platformexploitant en deelt dit via elektronische weg mee aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten.

5. De lidstaat van unieke registratie verzoekt de Commissie om een rapporterende platformexploitant uit het centrale register te schrappen:

a) indien de platformexploitant de lidstaat ervan in kennis stelt dat hij niet langer als platformexploitant actief is;

b) indien er, bij gebreke van een kennisgeving op grond van punt a), redenen zijn om te veronderstellen dat een platformexploitant zijn activiteiten heeft stopgezet;

c) indien de platformexploitant niet langer beantwoordt aan de voorwaarden van deel I, onderdeel A, punt 4, onder b);

d) indien de lidstaat de registratie bij zijn bevoegde autoriteit heeft ingetrokken op grond van onderdeel F, punt 7.

6. Elke lidstaat stelt de Commissie onverwijld in kennis van elke platformexploitant in de zin van deel I, onderdeel A, punt 4, onder b), die zijn activiteiten als platformexploitant aanvangt zonder zich op grond van dit punt te registreren.

Indien een rapporterende platformexploitant niet voldoet aan de verplichting tot registratie of indien zijn registratie is ingetrokken overeenkomstig dit deel, onderdeel F, punt 7, nemen de lidstaten, onverminderd artikel 25bis, doeltreffende, evenredige en afschrikkende maatregelen om de naleving in hun rechtsgebied te handhaven. De keuze van die maatregelen blijft bij de lidstaten berusten. De lidstaten streven er ook naar hun acties voor het handhaven van de naleving te coördineren, waarbij in het uiterste geval wordt voorkomen dat de rapporterende platformexploitant binnen de Unie kan opereren.

7. Indien een rapporterende platformexploitant na twee aanmaningen door de lidstaat van unieke registratie niet voldoet aan de rapportageverplichting overeenkomstig deze bijlage, deel III, onderdeel A, punt 3, neemt die lidstaat, onverminderd artikel 25bis, de nodige maatregelen om de registratie van de rapporterende platformexploitant in te trekken op grond van artikel 8bis quater, lid 4. De registratie wordt uiterlijk na het verstrijken van 90 dagen, maar niet vóór het verstrijken van 30 dagen na de tweede aanmaning ingetrokken.

( 1 ) Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38).

( 2 ) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

( 3 ) PB L 84 van 31.3.2010, blz. 1.

( 4 ) Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

( 5 ) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

( 6 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

( 7 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

( 8 ) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1)..

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.